27.07.2021

Löss, het goud voor de baksteennijverheid

De steenkool was het zwarte goud dat voor welvaart zorgde in ons land. De aanwezigheid van Löss in de ondergrond is het goud voor de baksteenindustrie. Het is de basisgrondstof voor de productie van brikken.

Löss is een bijzonder soort leem dat in de ijstijd, bijna twee miljoen jaar geleden, door de overheersende noordwestenwind werd afgezet in de valleien van de rivieren zoals de Waal, de Rijn en de Maas. De leemlaag is naar schatting 300 kilometer lang en meerdere kilometers breed. Hij loopt van Duitsland en Maastricht naar Zuid-Limburg en loopt zo door naar Tienen en de laag houdt op in Kortemark in de provincie West-Vlaanderen. Afhankelijk van de plaats is de laag tussen de zes en veertien meter dik.



De Löss

Het is geen toeval dat de drie grootste steenbakkerijen van België in het zuiden van de provincie Limburg of droog Haspengouw liggen. Een daarvan is Nelissen in Kesselt bij Lanaken. De droge Löss is los en kruimelig. Eigenlijk is het een héél fijn poeder. De Löss is bijzonder geschikt voor de handgevormde gevelsteen die Nelissen in 1930 als eerste in het land op de markt bracht. Op het plateau van Kesselt, de site waar de steenfabriek vandaag al 100 jaar lang brikken vormt en bakt, is de Lösslaag zes tot acht meter dik. Uniek is dat daar in de grond rode, roze, gele en grijze leem zit. Hiermee kan Nelissen rode, gele, roze en grijze bakstenen bakken. Het geeft het familiebedrijf een  extra troef om de concurrentie met andere steenbakkerijen in eigen land en in het buitenland aan te gaan.

Leemgroeven

Jarenlang kon Nelissen leem steken en afgraven op het plateau van Kesselt, meer bepaald achter de fabriekshallen. Ook de andere nog actieve steenfabrieken in de provincie Limburg wonnen Löss op hun eigen sites en die in hun directe omgeving. De grondstof voor bakstenen is niet onuitputtelijk. De export van bakstenen en de vraag ernaar in eigen land kende de voorbije decennia een gestage groei. Vooral de uitvoer van stenen groeide exponentieel. Hierdoor slonk de voorraad Löss in Zuid-Limburg en elders. Er dreigde een tekort aan de voor bakstenen geschikte grondstof.



De Leembank

De toenmalige Vlaamse regering wilde bovendien niet langer dat achter elke steenbakkerij een groeve ligt waar leem afgegraven wordt. Om de versnippering tegen te gaan heeft de regering de hierboven vermelde maatregel in een decreet (lees, Vlaamse wet) gegoten. Bovendien was bij de Limburgse steenbakkerijen – twee liggen in Kesselt, een in Kleine Spouwen (Bilzen) en een in Membruggen (Riemst) –  de nood hoog om de leemreserves veilig te stellen om aan de vraag naar bakstenen te kunnen blijven voldoen. Om die reden en om de reserves aan leem te waarborgen, zagen de vier Limburgse steenproducenten de noodzaak in om samen te gaan werken. Ze hebben de Leembank, een coöperatieve vennootschap, opgericht. Gaston Nelissen was de eerste voorzitter van de Leembank. Een belangrijke stap voor het afgraven van nieuwe zones voor het winnen van leem is de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan of het RUP Leem in Zuid-Limburg. Maar de steenbakkerijen zijn ook verplicht de groeve te herstellen in hun oorspronkelijke staat wanneer de leem eruit is gehaald. 
Acties
Verhalen
Wist je dat…