Architect in de kijker: Emmanuelle Colboc & Associés

Emmanuelle Colboc & Associés: een menselijke toets bij elk project



De architecte Emmanuelle Colboc is al meer dan dertig jaar gevestigd in Parijs. Enkele jaren geleden richtte ze samen met drie collega's het architectenbureau Emmanuelle Colboc & Associés op, dat inmiddels een twaalftal medewerkers telt. De meeste van hun projecten zijn ziekenhuizen, scholen, openbare gebouwen en sociale huisvesting. Hun portfolio is gevarieerd, maar heeft steeds een menselijk aspect: ze willen de ruimte een uniek karakter en een ziel geven en ervoor zorgen dat de bezoekers zich er goed voelen. De architecten maken daarbij dankbaar gebruik van natuurlijk licht, wat ze als een belangrijke welzijnsfactor beschouwen.

“Ik hou van projecten met een menselijk aspect, waar de techniek in het teken moet staan van het aangename gevoel dat de ruimte uitstraalt”, legt Emmanuelle Colboc uit.




Licht en gezelligheid

Dit project is de uitbreiding van de afdeling oftalmologie in het Cochin-ziekenhuis. Tot nu toe was deze afdeling gevestigd in een historisch, 19e-eeuws paviljoen van het ziekenhuis. Voor het nieuwe gebouw, dat ongeveer dezelfde afmetingen en structuur als de bestaande afdeling moest hebben, was er slechts weinig plaats. Bovendien was het omgeven door hoge, massieve gebouwen. Om zo veel mogelijk licht in de nieuwe afdeling te laten binnenvallen, voorzien de architecten een raamelement in de gevel tussen de twee gebouwen. Zo ontstaat er een patio, die een knipoog vormt naar de patio in het vroegere gebouw. Ze verwerkten ook glas in het dak.  Daardoor valt er meer licht binnen in de patio's en op de façade van het vroegere gebouw, die nu een gevel in de inkomhal is. De mensenstroom wordt in het nieuwe gebouw vooral rond de andere patio geleid, die de inkomhal voor consultaties vormt en van daaruit naar de urgentiedienst loopt. De eerste verdieping, waar zich de operatiekamers bevinden, is ontworpen rond een balkon dat uitkijkt op de patio. Daardoor valt er overal daglicht binnen en wordt de ruimte gezelliger. Ook op de blokken zelf valt aan de gevelzijde natuurlijk licht. Boven de inkomhal is er een grote wachtzaal van twee verdiepingen hoog (tussen de eerste en de tweede verdieping) die door grote ramen wordt afgebakend. Deze zaal voor dagopnames baadt in aangenaam zonlicht en biedt uitzicht op de historische elementen van het gebouw.



De keuze voor baksteen

De architecten kozen om verschillende redenen voor baksteen. Allereerst leek het hen logisch om met hetzelfde materiaal te werken waarmee de originele 19e-eeuwse afdeling gebouwd was. Daarnaast ligt het project tussen twee massieve gebouwen, waardoor het niet tegen de grootte van deze panden mocht opboksen en eerder kalmte moest uitstralen. De architecten besloten ook een benedenverdieping met veel ramen te maken. Om de gevels een steviger uitzicht te geven, gebruikten ze baksteen. Met uitzondering van enkele grote ramen boven de ingang is de eerste verdieping volledig afgewerkt met baksteen. De schuine plaatsing geeft de stenen een interessante structuur. Dit spel van baksteen op de westelijke gevel geeft de afdeling een uniek karakter in vergelijking met de gebouwen ernaast. Tot slot werd gekozen voor de Nelissen Rosina-baksteen omdat deze precies de kleur heeft die de architecte zocht. De roestkleur van de bakstenen past perfect bij de terracotta dakpannen van het oude gebouw en geven het nieuwe pand een robuust uiterlijk. Met deze keuze ging de architecte voor een sterk, elegant materiaal dat past bij de omringende gebouwen en bij de kleur van het dak in plaats van de bestaande gevel, die een okerroze kleur heeft. Het nieuwe gebouw past ook mooi bij een rode gevel verderop in de straat.