Alfons Nelissen, een ondernemer pur sang
Anna-Maria Haesen & Alfons Nelissen
Als zoon van een smid, en nog meer toen hij door het te vroeg overlijden van zijn vader de smidse overnam, leerde Alfons Nelissen wat hard werken betekende. En dat loonde. Alhoewel hij geen benul had hoe hij bakstenen moest maken en bakken, liet hij zich niet uit het lood slaan om met een héél nieuwe zaak te starten: de steenbakkerij Nelissen!
Gedreven, volhardend en met een hart voor het nog prille familiebedrijf ging hij aan de slag. Hij legde basis van de steenfabriek als lokale en nationale speler in de baksteenbranche. Vandaag zou je hem allicht bestempelen als een volleerd maar old school fabrieksdirecteur, een zaakvoerder oude stijl. Maar 100 jaar geleden toen hij in de baksteen business stapte, was hij een ondernemer pur sang.
In de familie
Het ondernemen zat in het DNA van de familie Nelissen. Het initiatief nemen, risico’s nemen, lef tonen en als goede huisvader een zaak leiden, had hij niet van vreemden. Zijn vader Laurentius was niet vies om de handen uit de mouwen te steken. Hij was een gekende smid en verkoper van onder andere landbouwmachines en alaam. Zijn smidse was een succesvolle onderneming. Anna- Maria Haesen, de vrouw van Alfons, was de evenknie van haar echtgenoot. Ze bracht niet enkel zeven kinderen op de wereld maar ze voedde haar kroost op en gaf het belangrijke waarden mee om te slagen in het leven. Ze runde samen met haar moeder een café. Ze stond achter de toog van “eenen winkel van allerhande specerijen” zoals garen, wollen mutsen, lijnkoeken, lijnzaad, tabac, en sigaren maar ook klompen. En later verkocht ze zelfs fietsen. Bovendien runde ze in haar huis een logement voor douaniers.
Snel weg van tafel
Alfons Nelissen was als het ware gehuwd met zijn zaak. Dat blijkt uit een getuigenis van Julien Nelissen. Hij is 90 jaar en is de enige nog overlevende telg van het gezin van zeven kinderen van Alfons en Anna- Maria. “Wanneer hij op de noen terug huiswaarts fietste (zijn huis lag eigenlijk op loopafstand van de steenbakkerij) moest het eten al klaar staan op de tafel”, herinnert Julien zich nog als de dag van gisteren. “Hij moest de hem voorgeschotelde maaltijd snel kunnen opeten. En daarbij, hij ging op een toch heel aparte manier aan tafel zitten. Hij zat niet recht tegenover zijn bord aan tafel. Integendeel, hij zat met zijn benen over elkaar schuin op zijn stoel. Kwestie van geen tijd te verliezen. Hij wilde zo snel mogelijk terug naar de veldoven en drogerijen. Het moest stil zijn aan tafel. Hij moest kunnen nadenken”, besluit Julien Nelissen. “Het was de aard van het beestje. Zo zat mijn vader in elkaar.”
Het dilemma
Hij wilde vooruit. Hij zag groeikansen in de zaak waarin hij met de tijd zijn familie betrok. Hij nam zeven arbeiders in dienst. Als patron van de zaak was hij streng maar rechtvaardig voor zijn personeel. Hij was voorzichtig en nam enkel berekende risico’s. Hij was zeer spaarzaam, een waarde die de drie opeenvolgende generaties van hem hebben overgenomen. Hij was leergierig en stond open voor vernieuwingen. Alleen ze moesten hem hiertoe overtuigen. Gaston Nelissen, zijn kleinzoon en één van de zaakvoerders van de derde generatie binnen de familiezaak, legt daar getuigenis van af. “Bompapa wilde héél graag dat ik in het bedrijf zou stappen maar ik stond op het punt naar Congo (onze toenmalige kolonie in Afrika) te gaan om les te geven aan de universiteit”, vertelt hij. “Geregeld liet hij me verstaan dat hij me nodig had in de steenbakkerij.” Maar Gaston speelde het slim? “Ik stelde mijn opa voor een dilemma: investeren in nieuwe ovens en machines, anders neem ik mijn valiezen en vertrek ik voorgoed naar Congo! Wel, hij ging akkoord. Hij trok zijn portefeuille open om de productie van bakstenen te moderniseren, en ik ben in de zaak gestapt. Bijna 50 jaar heb ik er gewerkt, ik mocht al die tijd mijn ding doen”.